De richtlijn voor het aantal dossiers per bewindvoerder, zoals vastgesteld door de Expertgroep CBM, ligt tussen de 60 en 80 dossiers per bewindvoerder zonder assistentie. Bij ondersteuning door een assistent-bewindvoerder ligt de richtlijn op 110 dossiers. Deze richtlijnen dienen als een algemene leidraad om de werklast beheersbaar te houden. Het aantal dossiers is afhankelijk van factoren zoals werkervaring en het type bewind: een problematisch schuldenbewind vereist doorgaans meer aandacht dan een toestandsbewind.
Veel bewindvoerders ervaren echter dat de huidige richtlijnen niet meer realistisch zijn, vooral gezien het aantal declarabele uren dat momenteel is vastgesteld. Met het huidige uurtarief en de vergoeding is het moeilijk om een financieel gezond kantoor draaiende te houden, vooral voor kleinere kantoren die zich houden aan de richtlijn. Er is regelmatig door Aegis en andere brancheverenigingen gepleit voor een verhoging van de vergoeding of een aanpassing van de norm om de economische haalbaarheid te verbeteren.
Daarnaast zijn er kantoren die door gebruik van automatisering, AI en uitbesteding in staat zijn om meer dossiers te beheren zonder verlies van kwaliteit. In die gevallen worden ze echter beperkt door de huidige richtlijn. De Expertgroep CBM benadrukt dat de richtlijnen flexibel zijn; als een bewindvoerder zonder assistentie meer dan 80 dossiers beheert en dit goed doet zonder achterstanden, kunnen er uitzonderingen gemaakt worden.
De discussie over het aantal uren en de vergoeding ligt echter bij de minister en niet bij de kantonrechter. Aegis blijft deze punten in gesprekken met beleidsmakers naar voren brengen om de werklast van bewindvoerders eerlijker te verdelen.