Hoe wordt recidive meegenomen bij de opheffing van een bewind?

Hoe wordt rekening gehouden met de kans op recidive bij het opheffen van een bewind?

Bij een verzoek tot opheffing van een onderbewindstelling vanwege lichamelijke of geestelijke redenen, is er geen verklaring nodig om aan te tonen dat de grondslag niet meer van toepassing is. Dit kan leiden tot situaties waarin cliënten, na opheffing van het bewind, later weer onder bewind worden gesteld. De vraag naar recidive, of terugval in oude patronen, is daarom van groot belang bij deze beslissingen.

De kantonrechter houdt bij een opheffingsverzoek rekening met alle omstandigheden, waaronder de vraag of de betrokkene het beheer weer zelfstandig kan uitvoeren. Daarbij wordt ook gekeken naar het gedrag en de houding van de cliënt. Input van bewindvoerders en eventuele hulpverleners speelt een belangrijke rol in deze afweging. De rechter weegt zorgvuldig af hoe groot de kans is op een terugval, zodat er een weloverwogen beslissing kan worden genomen.